De locatie heeft een aanzienlijke invloed op de mobiele netwerkdekking. Verschillende factoren, waaronder geografische kenmerken, de aanwezigheid van obstakels, de afstand tot zendmasten en de bevolkingsdichtheid, bepalen hoe sterk het mobiele signaal op een bepaalde locatie is.
Hoe dichter je bij een zendmast bent, des te sterker en stabieler zal het mobiele signaal zijn. In afgelegen gebieden kan de afstand tot de dichtstbijzijnde zendmast dekking beperken.
Geografische kenmerken zoals bergen, heuvels, valleien en waterlichamen kunnen de verspreiding van radiosignalen beïnvloeden. Obstakels zoals bergen kunnen het signaal blokkeren of verminderen.
In dichtbevolkte stedelijke gebieden is er vaak een dichter netwerk van zendmasten, wat kan resulteren in betere dekking. In dunbevolkte gebieden kunnen dekking en capaciteit beperkter zijn.
Materialen zoals beton en metaal in gebouwen kunnen de penetratie van mobiele signalen verminderen. Het kan leiden tot zwakkere signalen binnenshuis, vooral in grote betonnen structuren.
Dichte vegetatie, zoals bomen, kan de verspreiding van radiosignalen beïnvloeden, vooral op lagere frequenties. Bladeren en takken kunnen het signaal absorberen of blokkeren.
Elektromagnetische interferentie van andere elektronische apparaten in de buurt kan de kwaliteit van het mobiele signaal verminderen.
Extreme weersomstandigheden, zoals zware regen, sneeuwval of onweersbuien, kunnen de mobiele signaalsterkte beïnvloeden.
