Het verschil tussen verschillende generaties mobiele netwerken, zoals 4G (vierde generatie) en 5G (vijfde generatie), ligt voornamelijk in snelheid, latentie, capaciteit en ondersteunde toepassingen.
5G gebruikt nieuwe technologieën en frequenties om hogere snelheden en lagere latentie te bieden:
Millimetergolven: Deze golven bieden hoge snelheden, maar hebben een kort bereik. Dit vereist meer zendmasten.
Small cells: Kleine zendmasten dichter bij de gebruiker zorgen voor een betere dekking in stedelijke gebieden.
MIMO-antennes: Meerdere antennes sturen en ontvangen signalen tegelijk, wat de capaciteit en snelheid verhoogt.
Hogere snelheden: Tot 10 Gbps voor sneller internet, downloaden en streamen.
Lagere latentie: Kortere vertraging voor real-time toepassingen zoals online gaming en zelfrijdende auto's.
Meer capaciteit: Ondersteunt veel apparaten zonder prestatieverlies.
Nieuwe mogelijkheden: Toepassingen zoals augmented reality, virtual reality en slimme steden worden mogelijk.
Hoge kosten voor infrastructuur: Meer zendmasten en antennes maken de uitrol duur.
Beperkte dekking: Vooral in landelijke gebieden blijft dekking een uitdaging.
Privacy en veiligheid: Meer verbonden apparaten verhogen het risico op cyberaanvallen.
Gezondheidszorgen: Hoewel wetenschappelijk bewijs ontbreekt, zijn er zorgen over de straling van 5G-frequenties.
5G biedt snellere verbindingen, lagere latentie en ondersteuning voor meer apparaten, waardoor nieuwe toepassingen mogelijk worden. Tegelijkertijd brengt de technologie uitdagingen met zich mee, zoals hoge kosten, beperkte dekking en zorgen over privacy en gezondheid.