Kantbinding betekent dat alleen de partijen die een contract hebben ondertekend, gebonden zijn aan de gemaakte afspraken. Derden vallen daar in principe niet onder, tenzij er expliciet een uitzondering is opgenomen, bijvoorbeeld via een derdenbeding.
Kantbinding zorgt voor duidelijkheid over wie verantwoordelijk is voor de uitvoering van afspraken. Het voorkomt dat buitenstaanders onverwachts rechten of plichten krijgen en biedt daarmee juridische zekerheid.
Een aannemer sluit een contract met een bouwbedrijf. Als de aannemer werk uitbesteedt aan een onderaannemer, is die onderaannemer niet automatisch gebonden aan de afspraken, tenzij er een clausule in het contract staat.
Bij een samenwerkingsovereenkomst, zoals een joint venture, gelden de afspraken alleen voor de ondertekenaars. Partners van deze bedrijven hebben daar geen automatische rechten of plichten in.
Een bedrijf dat een contract sluit met een IT-leverancier heeft alleen te maken met die leverancier. Wordt werk uitbesteed, dan gelden de afspraken niet automatisch voor de derde partij.
Duidelijkheid en zekerheid – alleen de contractspartijen zijn gebonden.
Beperking van risico – derden kunnen geen aanspraak maken op afspraken.
Bescherming van informatie – vertrouwelijke gegevens blijven binnen de overeengekomen partijen.
Specifieke vermelding van partijen – duidelijk opschrijven wie gebonden is.
Eventuele derdenrechten – opnemen via een derdenbeding als een derde partij rechten moet krijgen.
Uitzonderingen – zoals garanties of aansprakelijkheid die soms ook derden kunnen raken.
Het doel is om verantwoordelijkheden af te bakenen en derden buiten de afspraken te houden.
Een clausule in een contract die een derde partij rechten geeft, zonder dat die partij het contract zelf ondertekend heeft.
Zonder kantbinding kan er onduidelijkheid ontstaan over wie gebonden is aan de afspraken, wat juridische conflicten kan veroorzaken.