VoIP staat voor "Voice over Internet Protocol," en het verwijst naar een technologie waarmee spraakcommunicatie en multimedia-sessies via het internet worden overgedragen. Het verschilt aanzienlijk van traditionele telefonie, die afhankelijk is van analoge signalen die via een circuitgeschakeld netwerk worden verzonden.
Overdracht via internet: VoIP maakt gebruik van digitale signalen en converteert spraak in datapakketten die via het internet worden verzonden. Dit betekent dat het internet de drager is van de gesprekken.
Gebruik van IP-netwerken: VoIP maakt gebruik van IP-netwerken, waaronder het internet, om gesprekken te routeren. Het maakt gebruik van hetzelfde netwerk dat wordt gebruikt voor het verzenden van gegevens, wat kosteneffectief kan zijn.
Flexibiliteit en schaalbaarheid: VoIP-systemen zijn over het algemeen flexibeler en schaalbaarder dan traditionele telefoniesystemen. Het is eenvoudiger om functies toe te voegen of aan te passen en het aantal gebruikers aan te passen.
Overdracht via circuitgeschakeld netwerk: Traditionele telefonie maakt gebruik van analoge signalen die worden overgedragen via een circuitgeschakeld netwerk. Elk telefoongesprek vereist een specifieke fysieke verbinding tussen de beller en de ontvanger.
Fysieke infrastructuur: Traditionele telefonie vereist een specifieke infrastructuur van telefoonlijnen en schakelapparatuur, wat vaak duurder kan zijn om te implementeren en te onderhouden.
Beperkte functionaliteiten: Traditionele telefonie biedt doorgaans beperktere functionaliteiten in vergelijking met VoIP, met minder mogelijkheden voor geavanceerde functies.
Minder flexibiliteit: Veranderingen in de configuratie en het aantal gebruikers kunnen complexer zijn en langer duren in traditionele telefoniesystemen.
